Shintoisme versus Boeddhisme (bron KU Leuven)

29 augustus 2017 - Aoshima, Japan

Het shintoïsme

Kanji voor shintō
Het shintoïsme of shintō is een mix van oude religies en rituelen die al sinds de oudheid in Japan hebben bestaan. Het heeft geen stichter. Het shintoïsme is gericht op bovennatuurlijke krachten en de natuur. Ook was het belangrijk trouw te zijn aan je stam of je geslacht, maar ook aan de agrarische kalender en de maanfasen. De stammen geloofden in kami, goden, en ze vereerden de ziel van alle dingen. Shintō bestaat dan ook uit de woorden shin神, wat god betekent en tō 道, wat pad of weg betekent. Shintō is dus de ‘Weg van de Goden’. Deze naam werd pas bedacht nadat het boeddhisme zijn intrede had gedaan in Japan. De kami werden vertegenwoordigt door de plaatselijke sjamanen. Zij hielden ook kwade geesten op afstand. Vele riten zijn nog terug te vinden in de hedendaagse Japanse kunst, literatuur, dans en muziek.
Zoals bij vele godsdiensten zijn er ook in het shintoïsme heiligdommen te vinden. Deze heiligdommen waren gebouwd om verschillende redenen. Soms behoorde een heiligdom toe aan de plaatselijke streek, gewijd aan één god, soms had het te maken met de geografische ligging, zoals bijvoorbeeld het geval is bij een bergheiligdom, en soms had het te maken met een belangrijke gebeurtenis uit de geschiedenis. De goden die ieder een heiligdom hadden, waren vaak afkomstig uit de geschriften van het shintoïsme. Zo’n heiligdom was opgebouwd uit een gebedsruimte, een grote hal en soms enkele kleinere heiligdommen. Voor men naar binnen mag, moet men een munt in het offerblok gooien, aan een klokkentouw trekken en in je handen klappen om de aandacht van de kami op je te vestigen, bidden, weer in je handen klappen en dan weggaan. Een heiligdom wordt bezocht om vele redenen, maar vooral om geluk te wensen, zoals bij examens of voor een pasgeboren baby.
De eerste geschriften over het shintoïsme stammen uit de 8ste eeuw na Christus. Het keizerlijke hof liet de eerste verhalen schrijven om te bewijzen dat ze afstamden van Amaterasu, dit was de zonnegodin en de grootmoeder van de eerste keizer. Zij werd belangrijk nadat de Yamatoclan de ander clans ging overheersen. Maar zoals gezegd, heeft het shintoïsme geen stichter en zijn er veel elementen die terug te leiden zijn naar andere godsdiensten. Toch was het shintoïsme niet de enige godsdienst in Japan.

Het boeddhisme
Het boeddhisme is gesticht als reactie op het hindoeïsme. Het wijst de goden af en is daarmee een heel aparte godsdienst. Ook werden het kastensysteem en de priesterbemiddeling afgewezen en zijn er geen heilige boeken geschreven. Het boeddhisme is gesticht door de man gekend als Siddharta Gautama, de historische boeddha, geboren in 560 voor Christus. Hij was een jonge prins die zeer beschermd werd opgevoed binnen de muren van een paleis. Hij ontsnapte en merkte drie verschijningsvormen op: de eerste was het lijden van de zieke, de tweede was het ontstaan van het lijden bij de oude en als laatste een manier om een einde te maken aan het lijden, de dode. Er bestaan verschillende versies van dit verhaal. Vaak wordt een asceet gezien als de laatste verschijningsvorm.
Na een lange periode van afzondering, meditatie en zelfkastijding kwam Siddharta's verlossing in de vorm van verlichting. Na zijn verlichting verzamelde hij een aantal volgelingen aan wie hij de vier waarheden onderwees, volgens dewelke hij zelf ook leefde. De vier waarheden zijn: leven is lijden, oorzaak van het lijden is het verlangen of de begeerte, het verlangen moet worden overwonnen/uitgeschakeld en dit gebeurt via het achtvoudige pad.

Het dharmawiel symboliseert het achtvoudige pad
Het achtvoudige pad hielt in: het juiste pad volgen, de juiste doelstelling hebben, het juiste woord uiten, het juiste gedrag tonen, het juiste middel voor het levensonderhoud gebruiken, de juiste inspanning gebruiken, het juiste bewustzijn hebben en de juiste meditatie uitvoeren. Boeddha's levensfilosofie, de filosofie van de leegte, houdt in dat het bestaan een illusie is: de illusie dat er een 'ik' bestaat. Wanneer men dat idee kan laten varen, is men volledig bevrijd en een goed boeddhist. Het boeddhisme verspreidde zich vanaf 525 voor Christus in vierhonderd jaar over heel India, Sri Lanka en China. Ongeveer 600 na Christus bereikte het Japan.

Shintoïsme versus boeddhisme
Het boeddhisme, confucianisme en het taoïsme (daoïsme) kwamen in de 6de eeuw naar Japan. Japan is altijd een mengelmoes geweest van godsdiensten, wat ook veel stammenoorlogen met zich meebracht. Rond 593 na Christus werd het boeddhisme tot staatsgodsdienst verheven met als bedoeling eenheid in het land te brengen. Ondanks het feit dat shintoïsme niet de staatsgodsdienst was, kwam het wel steeds meer op de voorgrond dankzij connecties met de keizerlijke familie en waren er veel stammen die zich nog steeds aan de shintoïstische rituelen en tradities hielden.
Na een tijd was het verschil tussen het boeddhisme en het shintoïsme kleiner geworden. Duizend jaar lang bevatten boeddhistische tempels ook shintō-heiligdommen en werden de kami van het shintoïsme beschouwd als boeddhistische wachters, maar na een tijd lieten veel shintoïsten het boeddhisme vallen en maakten zo weer een zuiverder shintoïsme. De ene godsdienst zag de andere godsdienst als een afgeleide versie van zichzelf. Er was dus altijd wrijving tussen beide, maar dit leidde nooit tot oorlog.
In het jaar 1868 werden er in Japan veel vernieuwingen doorgevoerd. Zo werd na een periode van ruim 250 jaar bakufu te Edo opnieuw de macht formeel aan de keizer teruggegeven. Hier werd de naam Meiji-restauratie aan gegeven. Ook het feodale systeem, het leenstelsel, werd afgeschaft. De keizer werd ertoe aangezet het boeddhisme en het shintoïsme te scheiden en het shintoïsme tot staatsgodsdienst te verheffen. Dit gebeurde ook en het betekende een zware klap voor het boeddhisme dat al die tijd de staatsgodsdienst was geweest. De privileges van het boeddhisme vervielen en er kwam een beeldenstorm. Vele tempels, beelden en relikwieën werden kapotgemaakt en er kwam zelfs een boeddhistenvervolging. Amaterasu, de zonnegodin van het shintoïsme en de grootmoeder van de eerste keizer werd beroemder dan ooit. Haar heiligdom in Ise, het ‘Inwendige Heiligdom’ (Naiku), werd het belangrijkste heiligdom van Japan. Haar mythologie werd gezien als een eeuwenoude erfenis van het gehele Japanse volk. De keizer verhuisde naar Tōkyō. Vele tempels, heiligdommen werden ter ere van keizerlijke familie gebouwd.
Beide godsdiensten hebben een belangrijke plaats verworven in Japan. Shintoïstische bruiloften en boeddhistische begrafenissen zijn niet weg te denken. De twee godsdiensten gaan zij aan zij in Japan, en vervlechten zich.

Foto’s